Opkomst persoonscertificatie

Deze paragraaf geeft een (niet uitputtend) chronologisch overzicht van de geschiedenis van persoonscertificatie in Nederland. Ook worden enkele wetten vermeld die overlappen met het toepassingsgebied van veel en/of belangrijke certificaten.

Voorlopers van persoonscertificatie zijn de Middeleeuwse gilden. Na een gedegen opleiding kon een leerling worden erkend als vakman met de titel gezel, en uiteindelijk de titel meester verkrijgen na het doen van de gilde- of meesterproef. In Nederland werden de gilden opgeheven in 1798 tijdens de Bataafse Republiek. In de jaren daarna werden de gilden in ere hersteld, en uiteindelijk definitief afgeschaft door het nieuwe Koninkrijk in 1818. De ontwikkeling van het niet beroepsgebonden onderwijs wordt beschreven op de websites Onderwijsmuseum en Onderwijsgeschiedenis. Het proefschrift van A.J. Boot, getiteld Van Gilde tot ROC. Geschiedenis van het vakonderwijs in de stad Leiden, beschrijft de ontwikkeling van het beroepsgebonden onderwijs in Leiden, met veel aandacht voor de nationale context. De examinering krijgt in deze drie publicaties slechts beperkte aandacht. In het artikel De examens beginnen weer in De Correspondent gaat Johannes Visser wel in op de geschiedenis van het eindexamen in het voortgezet onderwijs.

Wet op het middelbaar onderwijs

Het artikel van Visser vermeldt het volgende over de aanloop naar, en de invoering van de Wet op het middelbaar onderwijs in 1863:

Die Latijnse school kreeg in de negentiende eeuw steeds meer concurrentie, onder andere van de Franse school – die wat praktischer van aard was en jongeren vooral opleidde voor het (internationale) handelsverkeer. Om prestige terug te winnen, wilden de Latijnse scholen dat de overheid een onafhankelijk examen zou afnemen. In 1845 gebeurde dat: een staatsexamen verving de promotie van de Latijnse school en de toelatingsexamens van universiteiten. […]
Dat staatsexamen bestond nog maar vijf jaar toen Thorbecke het weer afschafte. Iedereen zou volgens de staatsman naar het hoger onderwijs moeten kunnen (na een toelatingsexamen). De Wet op het middelbaar onderwijs in 1863 leidde ertoe dat de centrale examens toch weer terugkwamen. […]
Het eindexamen zoals het er vandaag de dag uitziet, vindt z’n oorsprong in de Mammoetwet van 1968. Het aantal vakken waarin een leerling eindexamen moest doen werd verminderd, maar de inhoud werd wel zwaarder. Het eindexamen werd een combinatie van het schoolexamen en het centraal examen.

De Mammoetwet verving het begrip ‘middelbaar onderwijs’ door voortgezet onderwijs.

Nijverheidsonderwijswet

Het proefschrift van Boot vermeldt het volgende over de aanloop naar, en de invoering van de Nijverheidsonderwijswet in 1921:

Begin twintigste eeuw wordt gebroken met de opvatting van Thorbecke dat de staat het vakonderwijs geheel aan maatschappelijke krachten overlaat. […] Na een lange aanloop aanvaardden Tweede en Eerste Kamer in 1919 de Nijverheidsonderwijswet, waarmee ook dit onderwijstype een staatsaangelegenheid werd. […] Als de school aan wettelijke voorwaarden voldeed, konden de netto-kosten voor 70% worden vergoed, tenminste als dat binnen de rijksbegroting paste. (p. 249) […]
De lijst plichten en rechten van patroon en leerling was lang. Uit de gildetijd bekende elementen als duur van de proeftijd en inhoud van het examen werden ook nu vastgelegd, alles omwille van de kwaliteit van de opleiding. (p. 228)

Hiermee werd, naast het algemeen vormende onderwijs, ook het beroepsonderwijs in de nationale wetgeving opgenomen, inclusief de examinering, en nam het Rijk een groot deel van de bekostiging voor zijn rekening. In 1968 is de Nijverheidsonderwijswet, samen met een aantal andere wetten, vervangen door de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), ook wel: Mammoetwet.

Oranje Kruis, EHBO-diploma

In 1909 werd het Oranje Kruis opgericht met als doel het bevorderen van eenheid en uniformiteit in hulpverlening en opleidingen bij de verschillende plaatselijke verenigingen. In 1912 werd het eerste Oranje Kruis boekje uitgebracht, wat uitgroeide tot het handboek voor de EHBO in Nederland. Naast het uitgeven van lesmateriaal neemt het Oranje Kruis examens voor het EHBO-diploma af. De opleidingen hiervoor worden verzorgd door onafhankelijke opleidingsinstituten. Voor EHBO-instructeurs heeft het Oranje Kruis een accreditatiesysteem, waarbij zij worden beoordeeld op theorie, praktijk en didactiek.

Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, rijbewijs

In 1905 werd de Motor- en Rijwielwet van kracht, en werd een rijbewijs verplicht voor het besturen van een motorrijtuig; dit werd echter op aanvraag zonder examen verstrekt. In 1927 werd een praktisch rijexamen verplicht gesteld. Tegelijkertijd richtte een aantal particuliere organisaties, waaronder ANWB en KNAC, het Centraal Bureau voor de afgifte van Bewijsstukken van Rijvaardigheid (CBBR) op, de voorloper van het huidige Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

In 1980 vaardigde de EEG (nu: EU) de eerste richtlijn voor rijbewijzen (80/1263/EEC) uit, in 1991 gevolgd door de tweede (91/439/EEC). In 2006 werd de derde Europese richtlijn voor rijbewijzen (2006/126/EEC) gepubliceerd, waarmee onder andere het Europese rijbewijs werd ingevoerd. De regels rondom het rij-examen in Nederland zijn vastgelegd in het Reglement rijbewijzen.

Nuffic, diplomawaardering

In 1952 werd het Nuffic opgericht door de toenmalige Nederlandse universiteiten met als doel om Engelstalig onderwijs te organiseren voor studenten uit recent onafhankelijk geworden ontwikkelingslanden. In 1958 werden de activiteiten uitgebreid met diplomawaardering en onderwijsvergelijking. In opdracht van de overheid vormen Nuffic en SBB de structuur voor internationale diplomawaardering (IDW).

Colo, SBB, diplomawaardering

In 1952 werd het Centraal Orgaan Landelijke Opleidingsorganen opgericht als overlegorgaan van ambachtelijke leerlingstelsels (Colo). In 2012 werd het Colo omgevormd tot de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). In opdracht van de overheid ontwikkelt de SBB de kwalificatiestructuur voor het middelbaar beroepsonderwijs, en het beheert een portal met informatie hierover. Samen met Nuffic vormt SBB de structuur voor internationale diplomawaardering (IDW).

Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling

In 1986 werd het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito) opgericht. In 1999 werden de activiteiten voor de overheid afgesplitst in de Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling; dit betreft het maken van de centrale (eind)examens voor vmbo, havo, vwo, mbo en de centrale eindtoets voor het basisonderwijs. Cito doet dit onder verantwoordelijkheid van het College voor Toetsen en Examens. De overige activiteiten, waar onder het ontwikkelen en afnemen van examens in samenwerking met branche- en beroepsverenigingen, werden ondergebracht in Cito BV.

International Personnel Certification Association

In 1995 werd de International Auditor and Training Certification Association (IATCA) opgericht, die begon met het opstellen van criteria voor het certificeren van auditoren van managementsystemen. In 2003 werden de activiteiten uitgebreid met andere toepassingen van persoonscertificatie, en werd de naam veranderd in International Personnel Certification Association (IPC). Behalve schema’s voor de certificatie van professionals, ontwikkelt en beheert IPC ook erkenningscriteria voor opleidingsinstituten en trainingen. Ook heeft IPC een richtlijn gepubliceerd voor de validatie van examens.

Examenkamer

In 1996 werd de Stichting Examenkamer opgericht, mede als reactie op de MDW-operatie, waarbij de overheid zich terugtrok als toezichthouder op diverse beroepsopleidingen. Oprichters waren een aantal exameninstituten in samenwerking met de sociale partners (werknemers en werkgevers). In 2016 werd de Examenkamer aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de Erkenning van Verworven Competenties (EVC).

Opleidingsprofielen hoger beroepsonderwijs

In 1997 hebben de hogescholen, toen verenigd in de HBO-raad, afgesproken om landelijke opleidingsprofielen op te stellen. Zo’n profiel beschrijft per opleiding wat een afgestudeerde op hoofdlijnen moet kennen en kunnen. Het profiel moet adequaat zijn gevalideerd in het voor de opleiding relevante werkveld; in een convenant zijn hiervoor zijn afspraken gemaakt met de werkgeversorganisaties. De actuele profielen zijn te raadplegen in de profielenbank van de Vereniging Hogescholen. Bij de lerarenopleidingen vervullen de landelijke kennisbases deze rol.

Nederlandse Vereniging voor Examens

In 1999 werd de Nederlandse Vereniging voor Examens (NVE) opgericht, met als doel het bevorderen van de kwaliteit van examinering in Nederland.

Accreditatienorm persoonscertificatie ISO/IEC 17024

In 2003 lanceerde de International Organization for Standardization (ISO) samen met zusterorganisatie IEC de norm ISO/IEC 17024, Conformity assessment – General requirements for bodies operating certification of persons (Conformiteitsbeoordeling – Algemene eisen voor instellingen die certificatie van personen uitvoeren). Deze norm werd in 2012 herzien. In afwijking van andere accreditatienormen stelt ISO/IEC 17024 ook eisen aan de certificatieschema’s op basis waarvan persoonscertificaten kunnen worden uitgegeven. In 2016 publiceerde ISO een toelichting bij dit hoofdstuk (clause 8) van de norm.

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

In 2005 werd de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voor certificatie van het hoger onderwijs opgericht. Omdat de NVAO alleen managementsysteemcertificatie toepast (ook op de examens) worden haar doelen en werkwijze toegelicht in het hoofdstuk Systeeemcertificatie.

Europese erkenning van beroepskwalificaties

In 2005 publiceerde de Europese Gemeenschap (nu: Europese Unie) de richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Nederland implementeerde deze richtlijn in 2007 in de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties. De richtlijn en de wet bevatten regels voor het beoordelen en erkennen van kwalificaties voor gereglementeerde beroepen in andere EU-lidstaten. De richtlijn werd in 2013 opgevolgd door de richtlijn 2013/55/EU en leidde in Nederland in 2015 tot het Nationaal actieplan gereglementeerde beroepen.

Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren

In 2008 publiceerden het Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschap (nu: Europese Unie) een aanbeveling aan de lidstaten tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (EKK, Engels: EQF). Deze aanbeveling resulteerde in een gemeenschappelijk referentiekader van acht kwalificatieniveaus, uitgedrukt als leerresultaten met stijgende niveaus van bekwaamheid. Het EKK (ook wel: NLQF) heeft tot doel de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van kwalificaties te verbeteren. In Nederland zorgt het Nationaal Coördinatiepunt NLQF voor de invoering van het EKK/EQF. De aanbeveling uit 2008 werd in 2017 geactualiseerd.

Research Center voor Examinering en Certificering

In 2008 richtten de Stichting Cito en de Universiteit Twente het Research Center voor Examinering en Certificering (RCEC) op als expertisecentrum voor het borgen en bevorderen van de kwaliteit van examinering. In 2018 traden Cito en de Universiteit Twente terug als eigenaar en bestuurder, en werd het RCEC zelfstandig.

College voor Toetsen en Examens

In 2009 is het College voor Toetsen en Examens (CvTE) opgericht, als fusie en voortzetting van de Centrale examencommissie vaststelling opgaven, de Staatsexamencommissie VO en de Staatsexamencommissie NT2. Het CvTE is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) onder het ministerie van OCW. Een evaluatierapport uit 2020 over het functioneren van het CvTE geeft in hoofdstuk 2 een gedetailleerde beschrijving van de taken en werkwijze.

Organogram en functieprofielen van examenorganisaties

In 2011 publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Examens (NVE) de eerste versie van haar functieprofielen voor examengerelateerde functies/taken. Sinds de vierde versie in 2018 bevat het NVE-document Functieprofielen 2018 ook een model-organogram van een examenorganisatie. De NVE heeft enkele CI’s geautoriseerd om kandidaten te certificeren op basis van de functieprofielen, waarna ze kunnen worden opgenomen in een register.

Ervaringscertificaat

In 2012 ondertekenden de Nederlandse overheid en de Stichting van de Arbeid het Convenant ter stimulering van het arbeidsmarktinstrument EVC als onderdeel van een Leven Lang Leren. De convenantpartners spraken af EVC (Erkenning van Verworven Competenties) bij werkgevers en werknemers te stimuleren. Het convenant is in 2016 vernieuwd en per 2021 verlengd. In 2016 werd de Stichting Examenkamer aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor het Nationaal Kenniscentrum EVC met onder meer als taakopdracht de kwaliteit van EVC te bewaken en de regie op het EVC-stelsel te voeren.

De EVC-procedures worden uitgevoerd door erkende valideringsinstellingen (CI’s). Een succesvol doorlopen EVC-traject resulteert in een ervaringscertificaat voor de betrokken persoon, dat wordt opgenomen in een doorzoekbaar register. Een EVC-traject via de Arbeidsmarktroute kan leiden tot een vakbekwaamheidsbewijs (ook wel: branchecertificaat/diploma), een traject via de Onderwijsroute kan leiden tot verzilvering van het ervaringscertificaat door een erkende onderwijsinstelling in de vorm van een diploma van die instelling. Daarnaast is een EVC-traject beschikbaar voor het verwerven van een beroepsoverstijgend competentiebewijs.

QBIS, Centraal Register Techniek

In 2013 werd het platform QBISnl opgericht door de Stichting Kwaliteits Borging Installatietechniek (nu: InstallQ) en de stichting ISSO. Het doel was om te komen tot een openbaar register van gecertificeerde vakmensen en vakbedrijven in de bouw- en installatietechniek. In 2021 is QBIS opgegaan in de nieuw opgerichte Stichting Centraal Register Techniek, die een portaal beheert over erkenningen, certificaten, accreditaties en kennis en kunde van vakbedrijven en vakmensen in de installatiebranche en gerelateerde vakgebieden.

Certificering toetslocaties

In 2014 heeft de Examenkamer een norm ontwikkeld voor toetslocaties waar examens via computers worden afgenomen (ook wel: CBT-locaties, ontleend aan het begrip Computer Based Training). Hoewel de norm ook eisen stelt aan het managementsysteem gaat het om een productcertificatienorm; de Examenkamer treedt hierbij zelf op als certificerende instelling.

Nationaal actieplan gereglementeerde beroepen

In 2015 verscheen het Nationaal actieplan gereglementeerde beroepen. Hierin worden gereglementeerde beroepen als volgt omschreven:

Van beroepsreglementering is sprake wanneer bij of krachtens de wet en/of beroepsregels eisen en/of andere normen worden gesteld aan de toelating tot het beroep en/of de uitoefening van werkzaamheden. Hierbinnen kan onderscheid worden gemaakt naar:

    • Titelbescherming: in dit geval kan een titel slechts worden gevoerd indien aan bepaalde vereisten wordt voldaan.
    • Gereserveerde activiteit: in dit geval kunnen beroepsactiviteiten slechts worden uitgeoefend indien de beoefenaar aan bepaalde vereisten voldoet.
    • Vereisten aan bedrijfsvoering: naast deze twee vormen van reglementering kunnen ook eisen worden gesteld aan onafhankelijkheid van personen en eisen aan de bedrijfsvoering (zoals door middel van eisen aan tuchtrecht en aandeelhouderschap).

Zie ook de begrippen Gereglementeerd beroep, Titelbescherming en Voorbehouden handeling op Wikipedia. Lees verder bij Voldoen aan wet- en regelgeving.

Kwaliteitsprofessionals

Sinds 2015 kunnen kwaliteitsfunctionarissen worden gecertificeerd als vakbekwaam kwaliteitsprofessional. Initiatiefnemer is het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK). Onder auspiciën van de European Organization for Quality worden twee certificaten aangeboden:

  • NNK/EOQ Quality Officer voor professionals met een MBO-opleiding;
  • NNK/EOQ Quality Manager voor professionals met een HBO of WO-opleiding.

Het NNK heeft ook een register voor kwaliteitsprofessionals; voor opname in dit register volstaan het NNK-lidmaatschap en het onderschrijven van de NNK-beroepscode.

Europese classificatie van vaardigheden, competenties, kwalificaties en beroepen

In 2017 verscheen de Europese classificatie van vaardigheden, competenties, kwalificaties en beroepen (ESCO).

Stichting VEMBO

In 2019 werd de Stichting Validering Examens mbo (Vembo) opgericht door de MBO Raad en de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO). Als samenwerkingsverband tussen wel en niet (door de overheid) bekostigde opleidingen beheert Vembo de norm voor valide exameninstrumenten in het middelbaar onderwijs, en wijst het validerende en certificerende autoriteiten aan waar onderwijsinstellingen en te certificeren instanties terecht kunnen voor het extern valideren van exameninstrumenten en certificering.

Persoonscertificatie AI

In 2021 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie [AI = Artificial Intelligence]. In aanbeveling 4 bepleitte de WRR de ontwikkeling van een stelsel van opleiding en certificering voor individuen die met ai-systemen werken. De verantwoordelijke minister meldde de Tweede Kamer dat hij de behandeling van het rapport overliet aan het volgende kabinet.

Tot zover de opkomst van persoonscertificatie. Lees ook de opkomst van certificatie en accreditatie, productcertificatie, systeemcertificatie, en de andere paragrafen van dit hoofdstuk:

Skip to content